Stramien cv maakte voor het jonge DIVA museum een ‘Jardin Doré’ of ‘gouden tuin’. Letterlijk een gouden plek; niet alleen esthetisch, maar ook door haar genereuze en gastvrije karakter. Het werd een verassende stilte plek in de drukke stad. De museumtuin is onderdeel van een toeristische route en nieuwe doorsteek tussen de Grote Markt en de Schelde. Samen met de Vlaaikensgang en de binnentuin rond de kathedraal is het een nieuwe plek om rustig naar de beiaard te luisteren, causerieën bij te wonen of te verpozen.

Het ontwerp voor deze tuin is geïnspireerd op een open mijn die na haar ontginning een verlaten ‘mijnput’ nalaat waarin de natuur haar plek herovert. De gelaagdheid van de mijn wordt weergegeven in een gradiënt in textuur van de tegels en het reliëf wordt geaccentueerd met messing treden.

De beplanting verwijst naar de inhoud van het museum. Schaduwsoorten, zoals irissen, meiklokjes en zilveren varens, verwijzen thematisch naar ragfijne kunstwerken in het museum. Meerstammige toverhazelaars hebben een uitzonderlijke bloem in de winter en verkleuren robijn-goud in de herfst. Tijdens de renovatie van het museum werden de zwarte traptreden in de inkomhal uitgebroken en als stijlvolle zitbanken gerecupereerd. De kwaliteitsvolle, duurzame en lokale natuursteenverharding vormt samen met de bestaande (historische) gevels een passend stedelijk geheel.

Onder het opvallende reliëf is een fietsenstalling geïntegreerd. De fietsenstalling is bereikbaar via een fietstrap. De stalling biedt hedendaags comfort aan stadsmedewerkers; met veilige stalling, laadpalen voor E-bikes en lockers. Het hekwerk ter bescherming van de waardevolle museumcollectie is een juweeltje in het midden van de tuin. Het geheel is goudkleurig en ‘danst’ als een elegante halsketting door de tuin.